Wanneer we een gebeurtenis meemaken waarin we ons bedreigd voelen of waarin iemand anders in (levens)gevaar is reageren we daarop met angst. Angst heeft als doel ons te beschermen tegen deze bedreiging. In ons lichaam ontstaat een kettingreactie waardoor we snel kunnen reageren, vluchten of bevriezen. Dit zijn overlevingsmechanismen die automatisch ontstaan en waar we weinig controle over hebben. Een dergelijke gebeurtenis laat dan ook een sterk spoor na in ons geheugen. Verschillende situaties kunnen ons doen terugdenken aan de traumatische gebeurtenis.
Omdat terugdenken aan de gebeurtenis opnieuw angst oproept vermijden veel mensen de plaatsen die te maken hebben met de gebeurtenis, alsook de gedachten eraan. Ook de omgeving adviseert meestal er niet te veel meer aan te denken of over te praten. Vaak merkt men echter na enige tijd dat dit vermijdingsgedrag niet helpt. De leefwereld wordt steeds meer bedreigend en men durft steeds minder te ondernemen uit angst voor een herhaling van de traumatische gebeurtenis.
De gedragstherapeutische behandeling is erop gericht de bedreigende ervaringen te verwerken en het vertrouwen weer op te bouwen. U leert steeds minder van de herinnering te vermijden. Dit gebeurt door langdurig stil te staan bij uw herinneringen en alles wat daarmee te maken heeft. We noemen dat imaginaire exposure.
Naast uw herinneringen zijn er vermoedelijk nog ander dingen die u uit de weg gaat in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld, de plaats waar het gebeurd is, of een televisieprogramma over vergelijkbare nare gebeurtenissen, bepaalde foto’s, of muziek. In de behandeling wordt u, onder begeleiding en op uw eigen tempo, geconfronteerd met deze zaken. We noemen dat exposure in vivo.